Draagt huidopname bij aan de totale opname van ethanol, bijvoorbeeld in handalcohol? En kan daardoor de grenswaarde voor blootstelling via de longen van 260 mg/m³ worden overschreven? Het Europese Agentschap voor Chemische stoffen (ECHA) heeft een model ontwikkeld waarmee de huidopname van ethanol geschat kan worden.

In de gezondheidszorg is ethanol een veelgebruikt middel voor het desinfecteren van de handen en werkoppervlakken. Door strikte hygiëneprotocollen wordt op sommige afdelingen in het ziekenhuis handalcohol soms meer dan 100 keer per dag gebruikt. Dat is veel als je weet  dat ethanol kankerverwekkend is en schadelijk kan zijn voor het ongeboren kind en de vruchtbaarheid.

Recent heeft het Europese Agentschap voor Chemische stoffen (ECHA) een model ontwikkeld waardoor de huidopname van ethanol geschat kan worden. Het model is gebaseerd op de gegevens van de opnamesnelheid door de huid, het blootgestelde huidoppervlak, de verdampingssnelheid van ethanol en de gebruiksfrequentie. Ervan uitgaande dat beide handen (820 cm²) 80 keer per dag gedesinfecteerd worden (10 keer/uur),  bedraagt de geschatte huidopname 1,1 g/shift.

Een grenswaarde voor de huidblootstelling is niet vastgesteld, wel kunnen we deze opname vergelijken met de grenswaarde voor blootstelling via inademing. Bij blootstelling aan de huidige grenswaarde van ethanol van 260 mg/m³, is de longopname 1,6 g/shift. 

Samengevat: worden de handen 80 keer/shift gedesinfecteerd, dan blijft de opname van ethanol weliswaar onder de grenswaarde, maar bedraagt toch ongeveer 70% van de huidige grenswaarde. 

Ter vergelijking: bij het drinken van één glas alcoholische drank krijgen we ongeveer 10 keer zoveel ethanol binnen.