Overslaan en naar de inhoud gaan
Door redactie op 04-07-2018 - 14:27

Recent onderzoek toont aan dat mensen die in de buurt van een geiten- of een pluimveeboerderij wonen, vaker last hebben van een longontsteking.  Hoe langer men buiten verblijft en hoe dichter bij de veehouderij, hoe groter het risico. Systematische informatie over werknemers ontbreekt.

Uit recent onderzoek blijkt dat mensen die in de buurt van een geiten- of een pluimveeboerderij wonen, vaker last hebben van een longontsteking [1].  In 2014/2015 namen 2494 volwassenen tussen 20 en 72 jaar in Oost-Brabant en Noord-Limburg deel aan een onderzoek naar het effect van wonen in een regio met intensieve veeteelt op de gezondheid. De uitkomstmaat was zelf-gerapporteerde, door een arts vastgestelde longontsteking in de drie jaar voorafgaand aan het onderzoek. Het bleek dat in die drie jaar 186 (7,7%) mensen een longontsteking hadden doorgemaakt. Het risico op een longontsteking was verhoogd wanneer mensen binnen 2000m van een geitenboerderij met ten minste 50 geiten woonden. Dit risico was groter naarmate men dichterbij woonde: de gecorrigeerde (adjusted) Odds Ratio voor 2000m (aOR) was 1,9 met een 95% Betrouwbaarheidsinterval van 1,4–2,6. Voor 500m was de aOR 4,4; 95% BI 2,0–9,8. Voor andere dieren werden geen significante associaties gevonden. Werd echter uitsluitend gekeken naar de diagnose longontsteking in het medisch dossier, dan kon een zwak statistisch verband aangetoond worden met pluimveebedrijven; met een aOR voor 1000m van 1,7; 95% BI 1,1–2,7.

Fijnstof en endotoxine
Bij mensen die in de nabijheid van een pluimveebedrijf wonen, is de oorzaak waarschijnlijk een gevolg van hoge concentraties fijnstof en endotoxine. Voor de groep omwonenden in de nabijheid van een geitenbedrijven is de oorzaak minder duidelijk. Er kon geen relatie worden aangetoond met de Q-koortsbacterie.

Verminderde longfunctie en meer medicijnengebruik
Uit eerder onderzoek bleek verder dat mensen woonachtig in een gebied met veel veehouderijen een iets verminderde longfunctie hebben en dat mensen bekend met chronische longklachten, gemiddeld ernstigere klachten hebben en meer medicatie gebruiken.

Relatie woonafstand
In een andere studie werd gekeken naar de relatie tussen het ontwikkelen van een longontsteking en de afstand van het woonhuis tot het veebedrijf en de mobiliteit [2]. Hierbij is er gebruikgemaakt van individuele GPS-metingen.  Hieruit kwam naar voren dat hoe langer men buiten verbleef en hoe dichter in de nabijheid van een veebedrijf (<500 en <1000 meter), hoe hoger de kans op een longontsteking.

Samenvattend lijkt er sprake te zijn van een overtuigende causale relatie tussen blootstelling aan geiten en pluimvee en het ontwikkelen van een longontsteking. De vraag dringt zich dan ook op hoe het zit met de boeren zelf en hun personeel. Als er  een effect meetbaar is voor de omwonenden op een afstand van 500-1000 meter, hoe zit het dan met medewerkers die direct worden blootgesteld? Helaas ontbreekt systematische informatie hierover. Dit omdat de bedrijven veelal niet zijn aangesloten bij een reguliere arbodienst. In de actuele RI&E’s van de melkvee- (waaronder de geitensector valt) en pluimveesector is er geen aandacht voor dit nieuwe risico.

In het licht van de nieuwe epidemiologisch feiten is een update van de bestaande risico-inventarisaties [3] noodzakelijk met daarin ook aandacht voor periodieke gezondheidsmonitoring, medisch kwetsbare medewerkers [4] en een betere melding van beroepsziekten.

 

  1. Freidl, G.S., et al., Livestock-associated risk factors for pneumonia in an area of intensive animal farming in the Netherlands. PLoS One, 2017. 12(3): p. e0174796.
  2. Klous, G., et al., Pneumonia risk of people living close to goat and poultry farms - Taking GPS derived mobility patterns into account. Environ Int, 2018. 115: p. 150-160.
  3. Steunpunt RI&E: pluimveeverwerkende industrie. 2015; Available from: http://www.rie.nl/instrumenten/pluimveeverwerkende-industrie/
  4. De Matteis, S., et al., Current and new challenges in occupational lung diseases. Eur Respir Rev, 2017. 26(146).