Overslaan en naar de inhoud gaan
Door redactie op 14-12-2023 - 15:52

“Eindelijk komt er meer aandacht voor de preventie van beroepsgebonden huidziekten”

Na bijna 37 jaar neemt dr. Sanja Kezic, senior onderzoeker arbeidsgerelateerde huidziekten aan het Amsterdam UMC en Principal Investigator binnen de afdeling Public and Occupational Health en het NCvB (deels) afscheid. Op de drempel van haar pensioen blikt ze terug op een mooie loopbaan. “Ik hou van de dynamiek van onderzoek.”

U nam vrijdag 24 november met een Heijermanslezing officieel afscheid van het NCvB. U bent sinds maart 1987 verbonden aan het Coronel Instituut / NCvB. Bijna 37 jaar; dat zeggen niet veel mensen u na. Wat maakt dat het werk zo lang boeiend bleef?           
“Ik hou van de dynamiek van onderzoek. Het begeleiden van enthousiaste promovendi is het allerleukste wat er is. Maar ook de uitdagingen, de discussies en bevlogenheid in het samenwerken met topwetenschappers ga ik straks enorm missen. Officieel ben ik per 15 september met pensioen maar ik blijf het komende jaar nog twee dagen per week werken. Er valt nog volop werk te doen en voor mij persoonlijk is het fijn om rustig te kunnen afbouwen.”

Hoe stond het vakgebied er ruim 36 jaar geleden bij?           
“Ik startte als toxicoloog. In die tijd stond de arbeidstoxicologie hoog op de agenda. Er was nog nauwelijks iets geregeld op het gebied van blootstellingen en elk onderzoeksvoorstel dat je indiende was relevant en werd gehonoreerd. Maar op een gegeven moment nam die interesse af. Verzuim werd leidend en daardoor werden andere, grotere problemen zoals psychische klachten of klachten aan het bewegingsapparaat belangrijker. Arbeidstoxicologie kwam op een lager pitje te staan. Dat maakte dat ik na 15 jaar een switch maakte.”

En toen kwam de huidige onderzoeksfocus - etiologie en preventie van beroepsgebonden huidaandoeningen - in beeld?          
“Ja, dat klopt. Ik vond dat nieuwe terrein direct heel uitdagend en leuk. Overigens is het zo dat al deze ontwikkelingen met golfbewegingen gaan. Je ziet dat de toxicologie weer terug in the picture komt door Lexces en door de aandacht voor gezondheidsrisico’s door bijvoorbeeld chroom 6, PTFE.”

Heeft u het gevoel dat het NCvB op koers ligt als het gaat om het vanuit de onderzoekslijn leveren van een bijdrage aan de preventie van beroepsgebonden huidaandoeningen?         
“Een probleem voor specifiek Nederland is dat de registratie van beroepsziekten op het gebied van huidproblemen wat moeizaam loopt. De meeste mensen halen als ze huidproblemen hebben een zalfje bij de apotheek, ze bezoeken de huisarts en als het heel erg is de dermatoloog. Doordat ze nauwelijks bij een bedrijfsarts belanden, wordt er ook nauwelijks geregistreerd. Als een probleem niet bestaat, dan hoef je ook niet aan preventie te doen.”

Hoe gaan jullie die paradox te lijf?        
“We zetten heel bewust in op het creëren van meer bewustwording. We willen stimuleren dat bedrijfsartsen hier zelf actiever op worden, zeker in sectoren met hoogrisicoberoepen zoals de zorg. Je ziet in onderzoek dat maar liefst dertig procent van de verpleegkundigen kampt met huidproblemen. Maar vraag je het hen zelf dat beginnen ze eerder over pijn in de rug of overspannenheid. De perceptie bestaat dat huidproblemen er bij horen. Terwijl we uit onderzoek weten dat in een droge, beschadigde huid bacteriën makkelijker blijven zitten en ook infecties sneller ontstaan met mogelijke gevolgen voor niet alleen de zorgwerker maar ook voor de patiënt. Je probeert mensen met dit soort informatie te motiveren om bijvoorbeeld preventief handcrème te gebruiken.”

Bewegen werkgevers voldoende mee als het gaat om dit soort nadruk op preventie van huidaandoeningen?      
“Dat doen zeker de grote academische ziekenhuizen wel degelijk. Maar ik verwacht dat in kleinere instellingen, denk aan ouderencentra, kappers of in de schoonmaakbranche, het probleem veel groter is en er minder aandacht is voor preventie.”

Wat ziet u terugblikkend als de belangrijkste ontwikkelingen op uw vakgebied?      
“Dat is zonder twijfel de oprichting van Lexces, het expertisecentrum voor de preventie en beoordeling van beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen, met heel veel aandacht voor preventie en diagnostiek. Lexces is niet alleen bezig met de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB), maar omvat vooral ook een werkprogramma voor onderzoek. Dat is voor Nederland echt een topontwikkeling, het geeft continuïteit in onderzoek op het gebied van arbeidsgeneeskundige zorg en preventie. Ik ben daar trots op. Eindelijk komt er meer aandacht voor preventie.”

U was betrokken bij het opstellen van het overzicht stoffengerelateerde beroepsziekten. Hoe belangrijk is het dat dit overzicht er nu ligt?     
“Dat is ontzettend belangrijk en niet alleen voor de eenmalige financiële tegemoetkomingen. We kunnen met dit overzicht ook meer systematisch gegevens gaan verzamelen over stoffengerelateerde beroepsziekten. Dat ontbreekt nu nog. Waar zitten de pijnpunten? In welke sectoren, welke beroepen, welke risicofactoren zijn er?”

Wat ziet u als hoogtepunt van uw lange loopbaan?    
“Mijn onderzoek van de laatste jaren richt zich op onder andere op het ontwikkelen van niet-invasieve biomarkers voor huidziektes. Ik ben er heel erg trots op dat ook in het buitenland mijn artikelen worden gelezen en er nu veel belangstelling is voor de biomarkers die we ontwikkelen. Daar heb ik echt mijn stempel gedrukt op. We hebben laten zien dat het mogelijk is om op een niet-invasieve manier te kunnen voorspellen wie van de pasgeboren kinderen atopische exceem kunnen ontwikkelen. Dat is een fantastische methode die breder kan worden ingezet. We proberen nu ook biomarkers te ontwikkelen die bruikbaar zijn in de beroepsgebonden diagnostiek van contacteczeem. We publiceren hier volop over en er is ontzettend veel interesse voor. Als ik straks echt met pensioen ben, is dit een terrein dat ik zeker nog blijf volgen.”

Wat wenst u vakgebied voor de toekomst? Waar liggen kansen?   
“De kansen liggen bij preventie. Ik vind het een goede ontwikkeling dat niet langer alleen in public health maar ook op het gebied van beroepsziekten er meer aandacht komt voor de kosten en de maatschappelijke impact. Die stijgende aandacht voor preventie, en dat zie je ook al terug bij medische studenten, vind ik een positieve ontwikkeling.”

Bestaat er een toekomst zonder werkgebonden huidaandoeningen?  
“Je houdt", vrees ik, altijd mensen die extra gevoelig zijn. Zo weten we dat de helft van de medewerkers die chronisch contacteczeem ontwikkelen als kind al atopisch eczeem hadden. De drempel om deze beroepsziekte te ontwikkelen is dan zo laag. Maar er liggen wel degelijk heel veel kansen in de preventie en dan vooral op het gebied van risicocommunicatie. Dat is al veel beter geregeld in Duitsland en Denemarken, waar mensen met atopisch eczeem al in hun beroepskeuze hier rekening mee houden.”

Heeft u plannen voor na uw definitieve afscheid van het NCvB? 
“Heel veel plannen! Ik kom uit Kroatië, we hebben daar net een huisje gekocht en daar wordt lekker geklust. Ik zie mezelf in de toekomst afwisselend een paar maanden daar en een paar maanden hier zitten.”